Looptips Heerlijk zacht bospad kost meer energie 
Op een zachte ondergrond kun je heerlijk trainen. Goed voor je spieren, ook al kost het je meer energie.
Meer spierpijn
Als je mocht kiezen tussen de klinkers in jouw woonwijk en met dikke lagen dennennaalden bedekte bospaden, is de keuze snel gemaakt. Als die bospaden goed verlicht zijn, tenminste. De
meeste lopers kiezen voor de rustige natuur, maar in de voorbereiding op een wegwedstrijd – laat staan een marathon op de weg – is het natuurlijk wel zaak te profiteren van (en te wennen aan) een verharde ondergrond.
Extra voordeel
Toch is een onverharde ondergrond als trainingsmiddel zo gek nog niet. Vooral de oneffenheid van de bodem geeft je extra voordeel. Je loopt er weliswaar minder snel, maar versterkt zo wel diverse spiergroepen. Niet alleen je kuitspieren krijgen het extra te verduren, ook de stabiliteitsspieren van je voeten, enkels, benen, heupen en romp worden volop aan het werk gezet.
Kies
Die extra effecten kosten je uiteraard wel wat meer energie en zelfs meer spierpijn. Keer voor specifieke snelheids- en techniektrainingen daarom liever terug naar een verharde ondergrond. Kies je voor een fijn bospad, loop dan niet de vereiste afstand uit je programma, maar let vooral op de gevraagde duur en intensiteit van de inspanning.
Weg van de verharde weg?
De luxe en demping van een onverharde weg is niet elke hardloper dagelijks gegeven.
Zoek de afwisseling.
Een heerlijk zacht dempend bospad met eventueel een dun laagje dennennaalden is de droom van de meeste hardlopers. De realiteit bestaat echter uit stoeptegels, straatstenen en asfalt. Gelukkig kunnen verharde wegen niet al te veel kwaad. Als je die ondergrond ook maar afwisselt met een minder harde bodem.
Beton
Tal van lopers hebben ervaren dat het asfalt door de specifieke samenstelling (met zogenoemde bitumen) ook weer niet zo belastend is voor je gewrichten. En dat in tegenstelling tot het beton dat op sommige fietspaden en Belgische wegen ligt. Ook atleten uit Oost-Europa en Amerikanen kennen dat spul goed. Vergeleken met een onverharde weg of bospad biedt een verharde weg het lichaam wel meer zekerheid. Die laatste ondergrond is efficiënter om op te lopen, omdat je je geen zorgen hoeft te maken over de stabiliteit van je enkelgewricht. Hoe vlakker de bodem, hoe langer ook je voeten grondcontact houden en zo de schokken van het lopen goed kunnen opvangen.
Rem
Ten opzichte van het bos zorgt het hardere oppervlak van de weg voor minder schokdemping, maar ook voor minder verlies aan energie. Je kaatst iets meer met je schoenen op de ondergrond, waardoor je er sneller op kunt hardlopen.
Als je met je schoenen op de grond landt, is er altijd sprake van enige minimale wrijving en een remmend effect. Dat effect zal op nat asfalt echter minder uitgesproken zijn, terwijl de schokbreking er daarbij iets op vooruitgaat.
Dit zijn echter kleine details, want die demping hangt meer af van de bouw van de (buiten)zool van je schoenen. Asfalt is dus zo slecht nog niet, maar probeer voldoende onverharde of bospaden in je trainingen op te nemen. Het weekend is daar het meest geschikt voor. Heerlijk!
Bron: runnersweb